Onze vrijheden staan volop in de belangstelling. Maar de vraag dringt zich op: over welke vrijheid hebben we het eigenlijk? En hoe onderscheiden zich de individuele en maatschappelijke dimensies van vrijheid?
Antwoorden vanuit het perspectief van de Logotherapie & Existentiële Analyse
In de filosofie en de praktijk van het mens-zijn keren twee vormen van vrijheid steeds terug: vrijheid van en vrijheid tot. Het zijn geen synoniemen, maar drukken fundamenteel verschillende manieren van vrijheid uit. Het eerste begrip duidt op externe vrijheid, het tweede op innerlijke vrijheid. Samen vormen ze een spanningsveld dat raakt aan de kern van autonomie, verantwoordelijkheid en zingeving.
Vrijheid van: ruimte door afwezigheid van dwang
Vrijheid van verwijst naar de afwezigheid van externe belemmeringen — wat Isaiah Berlin ook wel negatieve vrijheid noemde. Het gaat hier om bevrijding van censuur, onderdrukking, angst, armoede of sociale druk. Het is de ruimte waarin een mens zich kan onttrekken aan dwang en manipulatie: politieke vrijheid, godsdienstvrijheid, het recht op privacy.
Historisch gezien is deze vorm van vrijheid sterk verbonden met de liberale traditie, zoals verwoord door denkers als John Locke en Isaiah Berlin. Zij heeft geleid tot ongekende ruimte voor individuele expressie, diversiteit en keuzevrijheid.
Deze bevrijding doet denken aan de puberteit, waarin jongeren zich losmaken van ouders en instituties, en ervaren grenzen afwijzen. Maatschappelijk gebeurt iets vergelijkbaars: traditionele structuren — religie, vaste rollenpatronen, hiërarchische autoriteit — worden afgebroken. Dit heeft deuren geopend voor emancipatie, democratisering en persoonlijke ontwikkeling. Maar zoals bij pubers blijft het vaak bij een ‘vrijheid van’: loskomen van het oude, zonder helder beeld van wat er voor in de plaats moet komen.
En zelfs na de bevrijding zijn er altijd onverwachte en vaak pijnlijke omstandigheden die onze bewegingsvrijheid beperken: een slechte diagnose, het verlies van een geliefde, ontslag, een scheiding. Collectief worstelen we met klimaatverandering, afvalbergen, sociale tegenstellingen en politieke spanningen. Vrijheid van is noodzakelijk, maar niet voldoende.
Vrijheid tot: de mogelijkheid om richting te geven
Waar negatieve vrijheid ophoudt, begint positieve vrijheid. Vrijheid tot gaat over de mogelijkheid om iets te worden of te doen — en veronderstelt innerlijke oriëntatie. Zij vraagt om bewuste keuzes in overeenstemming met waarden, doelen en persoonlijke betekenis.
Denker als Hegel, Erich Fromm en vooral Viktor Frankl benadrukten deze vorm. Voor Frankl is vrijheid onlosmakelijk verbonden met verantwoordelijkheid. Zelfs onder extreme omstandigheden — zoals in de concentratiekampen — zag hij de menselijke mogelijkheid om te kiezen hoe men zich verhoudt tot lijden en vrijheidsbeperkingen. Deze keuzevrijheid tot een zinvolle houding vormt de kern van menselijke waardigheid.
Twee helften van een geheel
Vrijheid van schept ruimte. Vrijheid tot geeft richting. De ideale samenleving zoekt naar een gezonde balans tussen ruimte en richting. Zonder hun samenspel blijft vrijheid leeg of onbruikbaar. Alleen vrijheid van kan leiden tot het existentiële vacuüm: leegte, onverschilligheid, consumentisme of nihilisme; alleen vrijheid tot kan idealistisch zijn zonder de realiteit van structurele beperkingen te erkennen.
Onze klassieke vrijheden — van meningsuiting, godsdienst, vereniging, pers — openen een ruimte om het leven zelf vorm te geven. Maar wanneer die ruimte niet wordt gevuld met richtinggevende waarden en betekenisvolle doelen, dreigt ze leeg aan te voelen. Een overvloed aan mogelijkheden zonder houvast leidt tot existentiële onzekerheid, oppervlakkigheid en fragmentatie. Precies hier worstelt onze samenleving. Frankl vatte het kernachtig samen: “We hebben genoeg om van te leven, maar te weinig om voor te leven.”
Vrijheid krijgt pas betekenis als zij wordt ingezet voor iets buiten onszelf: een waarde, een taak, een relatie. Vrijheid is, aldus Frankl, slechts de voorhal van verantwoordelijkheid. Voor de samenleving betekent volwassen worden: leren deze vrijheid gebruiken voor dialoog, verbinding en constructieve uitwisseling. Te vaak zien we nu dat “vrijheid van” ontaardt in haatspraak of misinformatie, zonder dat deze omgezet wordt in een verantwoordelijk gebruik van vrijheid.
Naar een volwassen vrijheid
De uitdaging van onze tijd is de sprong van puberale naar volwassen vrijheid. Dat betekent collectief verantwoordelijkheid leren nemen: voor het klimaat, voor elkaar, voor de wereld die we doorgeven aan volgende generaties. Vrijheid wordt pas volwassen als zij zich verbindt met waarden en met een bewust gekozen richting.
De puberteit is een overgangsfase — spannend én riskant. Zij kan leiden tot destructie en leegte, maar ook tot vernieuwing en een dieper besef van vrijheid en verantwoordelijkheid. Het hangt af van ons vermogen vrijheid niet enkel te zien als bevrijding, maar ook als roeping tot betekenisvol handelen. Daar ligt de existentiële uitdaging van onze tijd.
Henning Zorn, september 2025


